Pagina 1


Bijlage 01 / Bodemsanering voormalig gasfabieksterrein, Helderseweg te Alkmaar: november 2011



In deze bijlage enige toelichting inzake de aanwezige verontreiniging in de bodem van deze saneringslocatie .

Enige afkortingen:
B = Benzeen , T = Tolueen , E = Ethylbenzeen , X = Xyleen , N = Naftaleen

Wanneer ik in mijn verslag spreek over BTEXN, dan worden de hierboven genoemde stoffen bedoeld.


ALGEMEEN:

In het kader van de Wet bodembescherming wordt een verontreinigde locatie geclassificeerd als "een geval van ernstige bodemverontreiniging" als:
>> er sprake is van overschrijding van de interventiewaarde voor een of meerdere stoffen in de grond of het grondwater, en;
>> het volume grond waarin de interventiewaarde wordt overschreden,ten minste 25 kubieke meter bedraagt, en / of;
>> het met grondwater gevulde volume bodem,waarin de interventiewaarde grondwater wordt overschreden,
tenminste 100 kubieke meter bedraagt.


Interventiewaarden en streefwaarden:
De interventiewaarden voor grond zijn gebaseerd op een integratie van de humane en ecotoxicologische effecten. De meest kritische effecten zijn hierbij doorslaggevend.
De streefwaarde is de waarde waarbij geen of verwaarloosbare risico's voor mens en milieu zullen optreden.
Een voorbeeld:
Benzeen : In de grond : Interventiewaarde = 1 mg /kg ds (droge stof) , streefwaarde = 0,01 mg / kg ds.
Benzeen : In grondwater: Interventiewaarde = 30 microgram / liter , streefwaarde = 0,20 microgram / liter.

Terugsaneerwaarde:
Voor grondwater is dit een gemiddelde van de streef- en interventiewaarde. (( S + I ) / 2 )

Actiewaarde:
De waarde waarbij een aantal procedures worden gestart teneinde risico's voor mens en omgeving zoveel mogelijk te beperken.

Drijflaag:
Een drijflaag ontstaat als er zodanig veel olie in de bodem aanwezig is, dat de retentiecapaciteit van de bodem wordt overschreden.
Men spreekt ook wel over in de grond aanwezig "puur product".

Retentiecapaciteit:
Het volume olie per volume grond dat door de bodem kan worden vastgehouden. (Is afhankelijk van bodemtype en soort olie).

Naast BTEXN komen nog andere verontreinigende en schadelijke stoffen voor, waaronder bijv. "PAK" ( Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen) en ook cyanide is aangetoond, o.a. op de plek waar vroeger zogenaamde zuiveringskisten stonden.(spot 10.)
Ook aan de westzijde van het historisch gebouw is cyanide aangetroffen (spot 11).



Tot zover deze bijlage bij de webpagina over de bodemsanering van het voormalig gasfabrieksterrein.

Reageren kan via mijn contactpagina in deze website.
De Webmaster.


Achtergrondfoto: Avondhemel met kleureffecten als gevolg van de aswolken die
door de IJslandse vulkaanuitbarsting in het voorjaar van 2010 zijn veroorzaakt.

Copyright 2010 - 2011 P.J.Visser. / www.peterscorner.nl.